Evenementen

Toepen in Cobus     Café de Cobus-toeptoernooi-regels. Begin van het spel
De deler schudt de 32 kaarten en geeft met de klok mee iedere speler 4 kaarten, 1 voor 1. Basisregels
De speler links naast de deler mag als eerste een kaart opgooien. De andere spelers moeten één voor één, met de klok mee, kleur bekennen ( dus als er harten is aangespeeld, moet iedere speler ook harten spelen als hij die heeft). Kan een speler niet bekennen, dan mag hij zelf weten welke kaart hij opgooit (het bekende “vuiltje dumpen”). De speler die én kleur heeft bekend én de hoogste kaart heeft gespeeld wint de slag en mag de volgende ronde als eerste opgooien. Dit herhaalt zich in totaal 3 keer (tot de kaarten op zijn dus). Degene die de laatste slag wint heeft het eerste spelletje gewonnen. De winnaar deelt de kaarten voor de volgende ronde en het spel herhaald zich. Waarden van de kaarten
Hoog – 10 – 9 – 8 – 7 – Aas – heer – vrouw – boer – Laag Toepen
Als je goede kaarten hebt, en verwacht dat je de laatste slag (en daarmee de ronde) wint, kun je ten allen tijden “toepen”. Dat doe je door op tafel te kloppen. Degene die meegaat (‘kijkt’) en verliest (dus niet de laatste slag kan winnen) krijgt 2 punten, degene die past legt zijn kaarten gesloten op tafel en krijgt 1 punt. Wordt er gedurende een heel potje niet getoept, dan krijgen alle verliezers 1 punt en de winnaar geen. Na een toep zeggen de spelers één voor één met de klok mee of ze meegaan of passen, beginnend NA de speler die geklopt heeft. Verliest de toeper, dan krijgt hij er natuurlijk ook 2 punten bij. Overtoepen
Degenen die meegaan, kunnen “overtoepen”. De inzet wordt dan met nóg één punt verhoogd, passen op de tweede toep levert 2 punten op, kijken/meegaan en verliezen 3 punten.
Overtoepen kan doorgaan tot het maximale aantal gestelde punten. Stel je staat op 13 punten en speelt tot de 15: Je gaat mee bij de eerste toep, dus je speelt voor je zogenaamde ‘dood’. Als je die ronde verliest, sta je immers op het maximum van 15 punten, en heb je het spel verloren. Aangezien je speelt voor je dood, kun jij niet meer overtoepen, je kunt echter nog wél blijven meegaan/kijken, ook al toepen andere spelers over. Andere spelers (met minder punten) mogen nog overtoepen. Als dit gebeurt speel je vanzelfsprekend mee.
Als je toept, kun niet over jezelf heen toepen. Je mag pas weer overtoepen als iemand anders over jou heeft heen getoept.  Pelt
Als je op 14 punten staat, sta je op pelt. Pelt telt als één toep; er wordt dus sowieso voor één punt extra gespeeld. De overige spelers die geen armoede hebben, mogen na het delen hun kaarten bekijken en zeggen of ze wel of niet meegaan. Zijn er twee of meerdere pelten en passen alle overige spelers, dan moeten de peltspelers tegen elkaar spelen. Dan vallen dus alle peltspelers behalve 1 af. Degene die als eerst op pelt staat mag uit.
Is er 1 peltspeler en de rest gaat  niet mee, dan wint de peltspeler het rondje en krijgen de andere spelers gewoon één punt. Zeggen of je met pelt meegaat, moet voor de eerste kaart opgegooid wordt op volgorde van spelers met de klok mee, beginnend vanaf degene op pelt, niet vanaf degene naast de deler. Wanneer er gespeeld wordt met iemand die op pelt staat, mag er wel voor elkaar geklopt worden. Van ruilen komt huilen, dus dat doen we niet.
Als je vier plaatjes of andere slechte kaarten hebt mag je ze niet ruilen. Drie boeren / drie tienen? Je mag fluiten maar het hoeft niet.
Je bent vrij te fluiten als je in het bezit bent van 3 boeren of 3 tienen. Het hoeft dus niet! Blind toepen of blind vragen
Tijdens de Café Cobus  toeptoernooien wordt er niet blind getoept of gevraagd. Puntentelling van een potje toepen.
De winnaar van één rondje krijgt geen punten aangeschreven, de verliezers krijgen punten bijgeschreven, afhankelijk van het aantal malen dat is “getoept”. 
Voorbeeld :
2x toepen + 2 x meegaan en verliezen = 3 punten
Er wordt getoept tot 15 punten. Wanneer je vijftien punten hebt gehaald lig je eruit. Wie schrijft?
Voor het spel begint wordt er afgesproken wie die standen bijhoudt. De schrijver schrijft het hele potje. De standen worden bijgehouden op het punten formulier (dus er wordt niet op een kladblokjes geturfd).

Hoe is het toernooi opgebouwd?
Het toernooi is opgebouwd in voorrondes en finalerondes. Afhankelijk van het aantal inschrijvingen en het tempo van de toepers zal worden bepaald hoeveel voorrondes en finales er worden gespeeld. Na de inschrijving worden de speeltafels ingedeeld. Het aantal toepers en het aantal tafels hangt af van het aantal inschrijvingen. Er wordt getracht zoveel mogelijk tafels van 4 te maken, er kunnen ook tafels van 3 en 5 gemaakt worden. Per tafel worden 2 potjes gespeeld, alvorens er opnieuw geloot wordt.   Per gespeeld potje zal de volgorde van het uit gaan, in punten worden vertaald. Hierdoor zal er een eindstand volgen na de gespeelde voorrondes. De eerste 4 spelen dan nog  een finale ronde, waarna de eindstand bepaald wordt. (de eerder behaalde punten tellen mee).   De Prijzen: Inschrijfgeld = Prijzengeld 1e plaats: 50% 2e plaats: 30% 3e plaats: 20%

Om misverstanden te voorkomen, adviseren wij ivm tafel wissels, dat een ieder voor zichzelf besteld. Op de toernooien geldt niet de regel bij 10 een verplicht rondje geven, het is een ieder natuurlijk vrij om dit voor aanvang van ieder potje zelf af te spreken in goed overleg.